Als de Britten in juni voor een Brexit stemmen, zal voor het eerst een land de Europese Unie verlaten. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoe werkt dat eigenlijk, uit de EU stappen?

Het is een veel gebruikte beeldspraak in Brussel: van vijf eieren kun je wel een omelet maken, maar als je eenmaal een omelet hebt, kun je niet terug naar vijf eieren. Ofwel: de lidstaten van de Europese Unie (EU) zijn sterk met elkaar verweven, daar stap je niet zomaar uit.

Toch is wel geregeld hoe een lidstaat uit de EU kan stappen, in Artikel 50 van het Verdrag van Lissabon. Een lidstaat die de EU wil verlaten, stapt naar de Europese Raad. Vervolgens wordt er onderhandeld over de voorwaarden waarop het land de EU kan verlaten.

Netjes geregeld, zou je zeggen. Maar hoe dat in de praktijk werkt, weet niemand: er is nog nooit gebruik van gemaakt.

‘Laat Artikel 50 links liggen’

In het pro-Brexitkamp wordt dan ook gesuggereerd om helemaal geen gebruik te maken van Artikel 50, schrijft Wall Street Journal. Zo stelt Nigel Lawson, die onder Margareth Thatcher minister van Financiën was, voor om eenzijdig de “onafhankelijkheid” te verklaren.

Als dat gebeurt, wil dat zeggen dat alle overeenkomsten in één klap worden opgezegd, zonder dat daar nieuwe voor in de plaats komen. Dat zou een enorme klap betekenen voor onder meer de financiële markten, die juist internationaal kunnen handelen onder EU-regelgeving. Dat geldt ook voor andere bedrijven en burgers.

De Vote Leave-campagne, waar belangrijke Brexit-aanhangers zoals de Londense burgemeester Boris Johnson zich aan hebben verbonden, wil wel een akkoord met de Europese Unie. Maar ook zij ontwijken Artikel 50 liever. "Het is niet noodzakelijk om Artikel 50 te gebruiken - we kunnen samen met de EU een andere weg nemen als dat voor ons allebei voordelig is", valt op de website te lezen.

Tijd rekken

De Britse premier David Cameron ziet daar echter niets in. Hij stelt dat Artikel 50 de enige mogelijkheid is om uit de EU te stappen, en heeft aangekondigd daar gebruik van te maken als het referendum inderdaad op een overwinning voor het Brexit-kamp uitdraait.

Cameron zou kunnen overwegen om na het referendum nog even te wachten met het in werking stellen van Artikel 50. Daarin staat namelijk dat er binnen twee jaar een akkoord moet liggen, en dat is een korte tijd om een deal te bereiken over 80.000 pagina's aan EU-regelgeving.

Dat is in het nadeel van de Britten: die willen immers uit de EU stappen, en dus is er alles aan gelegen om een deal te sluiten. De EU heeft minder baat bij een akkoord, omdat dat andere lidstaten ook zou kunnen aansporen om uit de EU te stappen.

Geen garantie

Artikel 50 is daarom zo geformuleerd dat de EU-lidstaten altijd de betere kaarten hebben ten opzichte van de lidstaat die wil uittreden. Zo kan de deadline van twee jaar waarin er een akkoord bereikt moet zijn, worden opgerekt. Maar daarvoor moeten wel alle EU-lidstaten instemmen.

Het is dus een groot risico als er na twee jaar nog geen deal is. Extra tijd tussen de uitkomst van het referendum en de start van de echte onderhandelingen zou Cameron lucht kunnen geven.

Maar de Britse premier heeft aangekondigd om direct na het referendum naar de Europese Raad te stappen als voorstanders van een Brexit winnen.

Volgens Cameron verwachten de Britten dat er "onmiddellijk" wordt gestart om de Britten uit de EU te ontvlechten als dat de uitslag van het referendum is. Het is bovendien ook een gevaar om te wachten: daarmee zou Cameron de good will van de andere lidstaten kunnen vergooien.

De meeste juristen denken dat Artikel 50 de meest stabiele manier is om uit de EU stappen, aldus de WSJ. Maar, zo bedrukken zij, ook Artikel 50 geeft geen garantie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl